Next

letter from madrid - 1982 march 22

Madrid, 22 maart 1982
18.45.


Ben weer 'ns moe. Veel gelopen en eigenlijk nog meer tijd in de zon gezeten. Verbrand, ietsiepietsie. Maar wie mooi wil zijn moet lijden?
Heb vandaag mijn ruzietje met 't bedelaartje bij kunnen leggen. Ik zag 'm al van verre komen. En ja hoor: stevende recht op me af. Met iets in z'n blik van -  ik weet niet wat. Helder vroeg hij me of ik nu wél 'n pts voor 'm had. En die had ik natuurlijk. 't Jochie wilde 'n heel gesprek beginnen (hij is 'n groot conservator: telkens wanneer hij van iemand iets krijgt schuift hij gezellig aan bij het betreffende tafeltje; en blijft dan zo'n kwartiertje 100 uit vertellen. Met lachen + lol. Maar ja, ik versta daar helemaal nix van en heb dan ook gezegd. "Que è pèna!", vond hij. En dat vond ik natuurlijk ook. Want 't is 'n aardig jong en ik wil nu onderhand eigenlijk wel 'ns 'n tijdje met iemand babbelen. (Heb ik ruim 2 weken niet gedaan). Maar in plaats van 'n babbel te maken zong hij 'n liedje voor me. Lief. Of misschien moet ik 't enkel zien als slimheid van 't joch + zijn consorten. Tot slot keek hij nog een paar keer guitig achterom. "Adios, amigo", waarbij ik voorzichtig mijn hand van mijn knie ophef en eventjes wuif.
Wat een teder begin van de 2e lentedag.

Next

letter from sevilla - 1982 april 8

Sevilla,  8 april 82
18.30

    Buiten dat: de reis = goed. Wilde plotsklaps 'n lovende brief over reis, de mensheid, de wereld, Hem + mij gaan schrijven, maar de inspiratie neemt af. Jammer. Ik zal wel even de aanleiding hiertoe summier beschrijven: ik heb iets ontdekt, ervaren, er is iets over mij gekomen. Hoe zeg je zoiets nou mooi?! Ben weer optocht aan 't kijken. Zelfde puntmutsen, andere beelden, zelfde muziekcorpsen. Dan is het geschied: voor de eerste x (voor zover ik me herinneren kan) ben ik bekoord geraakt door een jongeman die de puberteit reeds lang achter zich heeft. Niet dat ik verliefd ben, gelukkig niet. Het geschiedde tijdens een moment van stilstand: ik zat op 'n muurtje + de stoet hield halt. Onze man  (natuurlijk 'n trompetter) zag me aan. En ik hem. Romantiek! En hij zong mij een liedje toe. (Natuurlijk weet ik weer absoluut niet wat hij zong. Daar gaat 't ook niet om: hij zong!). En toen de stoet weer verder moest (ook in de Heilige wereld is stilstand achteruitgang) keek hij weemoedig, haalde de schouders op, wees op de stoet 'verder' en pinkte een denkbeeldige traan weg. We hebben nog naar elkaar gezwaaid. Toen was 't voorbij?
Dit was 't.


back to archive

Next

Bart Drost

free artist

Graafseweg 183a
6531ZR Nijmegen
The Netherlands